In een comfortsimulatie is het belangrijk dat de warmtelasten in de ruimte goed in kaart worden gebracht en op de juiste wijze worden gemodelleerd. De controlekamer wordt bemand door personeel en is voorzien van apparatuur en verlichting wat zorgt voor warmtelast in de ruimte. Het ventilatiesysteem bestaat uit toevoer- en afvoerroosters waarbij op vloerniveau met lage temperatuur wordt ingeblazen. Het klimaatplafond kan de ruimte, naar gelang de situatie, koelen of verwarmen en tot slot is de zoninstraling door de ruiten meegenomen in de berekening.
Deze diversiteit aan componenten zorgt ervoor dat het klimaat in de ruimte wordt bepaald door veel factoren en levert een uitdagende simulatie op.
Een tweetal simulaties (zomer- en wintersituatie) is uitgevoerd voor de controlekamer waarbij kon worden aangetoond dat de comforttemperaturen in de leefzone door het klimaatsysteem op een acceptabel niveau konden worden gehouden.